Spaarders hebben in 2014, en mogelijk in de jaren daarna, te veel belasting over hun vermogen betaald. Dat oordeelt het gerechtshof van Amsterdam. De lage spaarrente maakte de vermogensheffing niet meer ‘redelijk en proportioneel’.

De zaak is aangespannen door de Bond van Belastingbetalers. Het betreft een proefzaak van iemand die meer dan 96% van de rente die hij in 2014 ontving op zijn spaarrekening aan de fiscus moet afdragen. Dat het Amsterdamse hof nu in het voordeel van de Bond oordeelt is opvallend: alle andere processen over de vermogensrendementsheffing gingen tot nu toe verloren.

De Bond wil dat spaarders uiteindelijk massaal worden gecompenseerd. Of het ook zo ver komt is nog zeer de vraag: het gerechtshof wil niet oordelen over een schadevergoeding en legt dat vraagstuk terug bij de overheid.

Meer belasting dan rente

Het probleem zit hem erin dat de Belastingdienst tot 1 januari 2017 nog rekent met een verondersteld rendement van 4% op vermogen. Daarvan belast de fiscus 30%, waardoor de heffing op het vermogen uitkomt op 1,2%.

Mensen die hun vermogen voor een groot deel of geheel op een spaarrekening hebben staan, worden daarmee volgens de Bond van Belastingbetalers tekort gedaan. Want in 2014 was de spaarrente bij de meeste banken al minder dan 1,2%. En in de jaren daarna is die alleen maar meer gedaald.

Cor Overduin, fiscalist van Grant Thornton, die de Bond voor Belastingbetalers bijstaat, is blij met de uitspraak. “Het gerechtshof stelt dat het systeem van de belasting in box 3 niet klopt. Het hof is helemaal eens met ons, dat is een positieve uitspraak.”

BEL DIRECT